DE BESTE HARDLOPERS TEGEN ELKAAR
Op zondag 3 september was er in Rotterdam een voor de huidige tijd toch wel bijzondere 10 km wedstrijd. Er werd gelopen op een circuit van ongeveer 1600 meter dat normaal dienst doet als permanente omloop voor het wielrennen. Daar heb je dus niets te maken met ander verkeer en je kunt het een beetje vergelijken met een verlengde skeelerbaan. Een relatief korte ronde betekent wel 6 rondjes lopen, maar net als bij baanwedstrijden waren er reeksen op sterkte. Je liep dus met ongeveer 300 tegenstanders van ongeveer hetzelfde niveau en dat stimuleert enorm. Zo waren er 4 series en werden er talloze persoonlijke records verbroken.
Ik zag deze week beelden van die wedstrijd en het zag er geweldig uit. Ik werd direct enthousiast en vroeg me af of zoiets hier ook zo kunnen. Of misschien moeten we vanuit Zeeland volgend jaar met een grote afvaardiging naar die wedstrijd gaan. Een ouderwetse busreis, zoals vroeger naar de Midwintermarathon, lijkt me wel wat. Nu waren er slechts 6 Zeeuwen en die deden het fantastisch goed.. Goede tijden lopen, omdat je voort voortgestuwd door andere lopers van hetzelfde of een iets beter niveau. Het klinkt heel vernieuwend, maar is natuurlijk zo oud als het hardlopen zelf.
In mijn tijd ( zeg opa begin je weer ) was dat altijd zo. Op de foto loopt Jan Roose zelfs voor Gerard Nijboer ( grapje ). Bij een wedstrijd met ongeveer 80 deelnemers liep de eerste rond de 30 minuten en op een paar na finishte iedereen binnen de 40 minuten. Alleen een paar oudere veteranen en enkele nieuwkomers bleven boven die tijd. Minder lopers of lopers zonder ambitie deden mee aan de prestatieloop zonder uitslag. Nu zie je regionaal veel wedstrijden met een matige bezetting. En dan bedoel ik niet het aantal deelnemers, maar het niveau. Wedstrijden worden soms gewonnen in tijden, waarmee je 40 jaar geleden 25e werd. Zeeuwse toppers komen in de provincie nauwelijks aan de start en zoeken de tegenstand buiten de provincie.
Sterke tegenstand opzoeken buiten de provincie of het land klinkt logisch, maar is dat nodig? John Vermeule en Kim Reynierse, 2 Middelburgers van Dynamo, maakten elkaar rond 1990 beter en dat gebeurde ook tijdens Zeeuwse crossen, stratenlopen en op de baan. Zo’n 10 jaar eerder zag je dat ook al met de lopers van RKHAV: Piet Vonck, Hugo van Duysse, Wies van Houte en Jo Schout dreven elkaar tot prima tijden en andere Zeeuwen gingen in hun kielzog mee. Geklopt worden door een bekende Belg of tegenwoordig door één van de vele Afrikanen was niet erg, maar als regionale topper wil je niet verliezen van een club – of provinciegenoot. Die motivatie of uitdaging ontbreekt tegenwoordig.
Organisaties in Zeeland moeten dus vooral proberen de betere Zeeuwen aan de start te krijgen. Van het aantrekken van een paar toppers en nationale subtoppers met de eerste Zeeuw op ruim 5 minuten, ligt niemand wakker. Wel van een duel tussen bijvoorbeeld Floris Willeboordse, Maikel Peeman, Tim van den Broeke, Tim Pleijte, Patrick de Vos, Paavo de Leng en iemand zoals de Ethiopische gastloper uit het AZC begin dit jaar met daarachter een sliert Zeeuwen die zich daar aan kunnen optrekken.
Geen Commentaar