IS ZEEUWSE BAANATLETIEK OP STERVEN NA DOOD?
Met een generatiegenoot heb ik regelmatig mailwisselingen over het niveau van het hardlopen en de atletiek in het algemeen. Hij was in tegenstelling tot ondergetekende een Zeeuwse topper en liep ook bij Nederlandse kampioenschappen met de besten mee. De teloorgang van tegenwoordig ziet hij dus met lede ogen aan. Uitspraken als “Helaas is de Zeeuwse baanatletiek op sterven na dood” en “Atletiekverenigingen zijn verkeerd bezig en snappen er niets van” komen in die mailwisselingen zodoende regelmatig voor.
Ik kan dat eigenlijk alleen maar onderstrepen, maar steeds krijg ik een beetje hoop. Enthousiaste verhalen over een pupillenwedstrijd in Terneuzen, diverse Zeeuwen die deze zomer wel naar goed bezette baanwedstrijden in Nederland en België trekken en bij de laatste stadsloop in Goes een grote groep scholieren, die toch 4 km konden hardlopen. Wordt dat de toekomst?
Waarschijnlijk niet, want ik hoor ook andere geluiden. Atletiekclubs hebben weliswaar behoorlijk veel jeugd, maar voor veel van deze leden is atletiek blijkbaar een zogenaamde 2e sport. In de praktijk wil dat zeggen dat ze wel komen trainen, maar zelden of niet aan wedstrijden meedoen, omdat ze in het weekend een wedstrijd in een andere sport hebben. Als club geef je dus eigenlijk training voor Jan met de korte achternaam. Als ik de deelname van wedstrijden bekijk, denk ik dat dit beeld niet overdreven is.
Ook het aantal wedstrijden op de baan is drastisch verminderd. Weliswaar begint het seizoen steeds vroeger, maar in de topmaanden voor de baanatletiek juli en augustus is er zo goed als niets In Zeeland. Waar is de tijd dat er in de zomermaanden elke week een wedstrijdje was. Niet met 10 verschillende onderdelen, maar lekker simpel met bijvoorbeeld 2 loopnummers en 2 technische nummers. Je hebt dan relatief weinig jury nodig en het programma duurt niet te lang. Toch was de opkomst altijd ruim voldoende met dikwijls 3 series op bijvoorbeeld een 5000 meter.
Het baanseizoen 2023 zit er bijna op. Wat rest zijn de clubkampioenschappen en bij de meeste clubs zijn die op 30 september. Meestal worden die kampioenschappen afgewerkt als meerkamp. Soms met verplichte nummers, soms met keuzenummers waarvan er dan een paar tellen voor de punten. Ervaring leert dat daar nauwelijks volwassenen aan meedoen. Veel volwassenen in de clubs zijn lopers van met name lange afstanden. Een deel doet een week later mee aan de Kustmarathon en dan ga je niet het risico lopen om een blessure te krijgen met verspringen of een 100 meter. Zelfs een 3000 meter op kunststof trekt voor deze groep niet. Een week voor een marathon past een snelle 10 km beter in de voorbereiding.
Speel daar dus op in als atletiekclub. Biedt naast een kleine meerkamp voor de jeugd en de liefhebbers een wegwedstrijd aan in de omgeving van de atletiekbaan. Nog beter een ronde waar de baan deel van uitmaakt. Zo trek je wegatleten naar de baan en stimuleer je het clubgebeuren. En wie weet zien sommige lopers wel de aantrekkelijkheid van andere atletiekonderdelen en blijken ze daar veel beter in te zijn dan in het lopen van een marathon. Foto: Martijn Lavooij
Geen Commentaar