SNELHEID IS OOK VOOR LANGE AFSTANDEN BELANGRIJK.
Deze keer een gastbijdrage van Niek Flipse. Niek was in zijn beste jaren een topper op de middenafstand met de volgende tijden: 400 meter in 49.7 sec. – 800 meter in 1.50.7 min. – 1000 meter in 2.24.2 min – 1500 meter in 3.51.7 min. Daarvoor liep hij als junior de 100 meter in 11.1 sec. en de 200 meter in 22.8 sec. Maar ook op langere afstanden kon hij uit de voeten en dat zonder specifieke duurtraining: 5000 meter in 15.23.8 en 10000 meter in 36.18.2 minuten. Niek wist ook overwinningen te boeken bij lange crossen van de Zeeuwse crosscompetitie. Hier zijn verhaaltje:
Jan wees ons in zijn verhaal “Het vervolg van mijn trainingen” op de snelheid die de nieuwe wereldrecordhoudster op de marathon, Tigst Assefa, ooit of nog steeds “in de benen heeft”. Ze kwam ooit tot 54.05 op de 400 meter en 1.59.24 min. op de 800 meter.
Welnu, in Zeeland hebben we ook voorbeelden van snelle lopers op lange afstanden/marathon.
Als voorbeeld bij de vrouwen geldt Anjolie Wisse die in 2002 op Papendal 2.02.58 min. op de 800 meter liep. Nog steeds Zeeuws record. Tevens heeft ze nog steeds het ZR op de 400 meter met 55.42 sec. in 2000 in Kerkrade gelopen. Na haar loopbaan op de middenafstand liep ze als master een marathon in 3.00.47 uur, een halve marathon in 1.18.58 uur en een 10 mijl in 57.51 minuten.
En marathonloper John Vermeule kon er ook wat van. Hij liep in 1983 in Vlissingen 1.52.4 min. op de 800 meter en in 1982 2.24.7 min. op de 1000 meter, ook in Vlissingen.
Dat zijn prestaties waar op dit moment geen enkele Zeeuw(se) bij in de buurt komt.
Dus: snelheid is belangrijk, ook voor de lange afstanden.
Nu is het natuurlijk zo dat niet iedere sprinter/sprintster/MA-loper/-ster per definitie een goede “stayer” wordt. Lichaamsbouw en verdere aanleg zijn natuurlijk ook belangrijk.
Op de foto zie je Niek voor het olympisch stadion in Berlijn, de plaats waar hij zijn pr op de 1000 meter liep.
Geen Commentaar