VERTEKEND NIEUWS
Ik las eens een verhaal over een fictieve hardloopwedstrijd tussen de leiders van de Verenigde Staten en toen nog de Sovjet Unie ten tijde van de Koude Oorlog. Kennedy en Chroetsjov besloten tot een hardloopwedstrijd op de Rode Plein in Moskou om te kijken wie de sterkste was, zodat de wapens opgeborgen konden worden. Uiteraard won Kennedy omdat hij veel jonger was, maar in de Russische media verscheen het volgende bericht:
“Onze Nikita behaalt een eervolle 2e plaats tijdens de belangrijke hardloopwedstrijd rond het Rode Plein. De Amerikaan Kennedy is slechts op één na laatste”. Geen woord uit dit bericht is gelogen, maar door het weglaten van informatie wordt de waarheid toch geweld aangedaan.
Datzelfde zie ik tegenwoordig in de berichtgeving over atletiek in onze provincie. “Nog nooit zoveel favorieten voor de Boulevardloop”, las ik afgelopen zomer en vervolgens staat er een rijtje namen. Allemaal redelijk goede lopers voor de huidige normen, maar zet die normen eens af tegen 25 jaar en langer geleden. Sommige berichtgevers willen daar niet van weten: “Dat was in de 20e eeuw en we leven nu in de 21e eeuw”. Net alsof Jan Jansen, Joop Zoetemelk, Ard Schenk, Keetie van Oosten – Hage, Fanny Blankers – Koen, Johan Cruijff, enz. nooit bestaan hebben.
In 2000 werd de Boulevardloop gewonnen door John Vermeule, die toen zijn beste jaren al achter de rug had. John won de wedstrijd in 23.21 minuten en dat is toch echt ruim een minuut sneller dan de winnende tijd in 2023. De winnende tijd dit jaar is trouwens één van de langzaamste winnende tijden sinds 1994 toen de afstand op de Boulevard bijna verdubbeld werd. Daarvoor had je winnaars met de voor mijn generatie klinkende namen Hein Cujé, Cas Mulder, Piet Vonck, Armand Dobbelaere en Marc Nevens, die de 3800 meter aflegden zo rond de 11 minuten.
Dat niet alle journalisten de feiten uit die periode van buiten kennen, neem ik ze niet kwalijk. Maar als het regelmatig aangehaald wordt door oudgedienden en je het bovendien kunt opzoeken, mag er soms toch wel kritischer naar de huidige atletiek gekeken worden. Bij de laatste Goes on Track had ik diverse punten voor de evaluatie, maar vooral kritiek op de berichtgeving. Ik las alleen maar lovende woorden en bij leken komt zoiets over alsof de halve Nederlandse en Belgische top aan de start stond. Dat was geenszins het geval.
Nu staan de Zeeuwse crossen in de media. Niet vanwege de prestaties, maar omdat ondergetekende zich er kritisch over uitlaat. Of dat terecht is zal de toekomst uitwijzen, maar als er n.a.v. de den Inkelcross wordt geschreven dat de cross leeft in Zeeland, geeft dat m.i. een vertekend beeld. Eén cross is geen maatstaf en de crosscompetitie ligt v.w.b. de lange cross bijna op z’n gat. Dat hoor ik zelfs van trouwe deelnemers. Voorbeelden en adviezen om het anders te doen kun je op deze site lezen, maar ook mijn concept is geen garantie op beterschap. Daar komt meer bij kijken.
Dat de cross wel leeft, kon je gisteren zien in Brussel bij het EK. Helaas stuurde Nederland maar een bescheiden afvaardiging. Goed voor medailles bij de jongens en de aflossing, maar verder kwamen ze er niet aan te pas. Crossen deed je in de herfst en de winter als opbouw naar het voorjaar en de zomer. Toppers verkiezen tegenwoordig trainingsstages in het buitenland en zo nu en dan een wegwedstrijd. Die mogelijkheid was er vroeger niet. Ten eerste waren er in de winter geen lange wegwedstrijden en ten tweede moesten de toppers van toen gewoon werken. Zij trainden net als de modale hardloper voor en na het werk. En toch zulke prestaties leveren. Op de foto: deze cross is geen maatstaf voor alle crossen in Zeeland.
Geen Commentaar