OLIEBOLLENLOOP deel 2
De vorige keer heb ik verteld over het ontstaan van de Oliebollenloop in Goes en dat ik in 2002 voor het laatst had meegelopen. Sinds 2019 ben ik weer lid van AV’56 en zodoende heb ik in 2019 en 2022 ( de andere jaren was er vanwege corona geen Oliebollenloop ) weer meegedaan, maar wel aan de kortste afstand. Over de Oliebollenloop valt nog veel meer te vertellen. In de beginjaren werd er zonder startnummer gelopen. Vader Roose zorgde voor de uitslag en hij kende alle deelnemers. Ook werd er geen vergunning aangevraagd, want wij beschouwden dit als een trainingswedstrijd. Toch werd er altijd behoorlijk doorgelopen en tijden onder de 40 minuten waren voor de meeste deelnemers normaal. De winnaars zaten dikwijls in de buurt van 32 minuten.
Dit jaar moet de 53e Oliebollenloop in Goes ( 2 x Wolphaartsdijk reken ik bij dezelfde reeks ) plaatsvinden. In al die jaren dat ik meeliep hebben we maar een paar keer echt last gehad van winterweer, terwijl je dat op 31 december toch kan verwachten. Waarschijnlijk ook de reden dat er tot eind jaren 80 geen lange wegwedstrijden werden georganiseerd in de winter. Bijna altijd liep ik in een korte broek. Ook in 1969 bij de 1e editie, maar bij het wakker worden lag er wel sneeuw.
Nu hadden we in oktober al een soort proefloop gehouden, dus de meesten kenden het parcours. Voor de zekerheid besloten we toch pijlen op de sneeuw te schilderen. Achterop de Tomos van medebedenker Charles Vermeulen, gewapend met kwast en busje rode verf gingen we op pad. De verf was duidelijk te zien. Helaas zette spoedig de dooi in en begon het te miezeren. ’s Middags liepen we 10 km door een grijze laag papsneeuw, maar iedereen vond de juiste route. Om natte voeten te voorkomen had één van de betere Zeeuwse lopers een paar hoge canvas gymschoenen aangedaan. Of hij zijn voeten droog heeft gehouden weet ik niet meer, maar om op hard te lopen was het geen succes. Eén van de weinige keren dat ik voor hem eindigde.
Ook in 1985 bij de Oliebollenloop in Wolphaartsdijk lag er een behoorlijke laag sneeuw en die bleef wel liggen en zorgde voor de nodige “slippers”. Het toppunt was echter 1978. Op 29 december was het nog boven de 10 graden en deed ik mijn trainingsrondje in korte broek. Een dag later sloeg het weer om. Op 31 december was het overdag – 10 graden Celsius en er stond een krachtige wind uit het noordoosten. Het parcours naar de Westerschelde is eigenlijk nergens beschut en we hadden ook nog last van opstuivende sneeuw. Een trainingspak ( moderne hardloopkleding bestond nog niet ), ijsmuts en handschoenen waren dus bijna verplicht. Bijna .… want één van de deelnemers wilde karakter tonen en liep in korte broek en zonder handschoenen. Mijn ijsmuts was iets te klein en vanwege de kou bevroren mijn oorlelletjes. Bij koud weer voel ik het nog. Onze man met karakter en in zijn korte broek won deze Oliebollenloop, maar toen….. Terwijl iedereen gezellig aan de thee met oliebollen zat in de woonkamer, zat hij in de keuken met overal tintelingen en veel kou. Gelukkig was hij een uurtje later hersteld en kan hij altijd zeggen dat hij de “Koudste Oliebollenloop” van Goes heeft gewonnen.
In 1999 waren sommige eindejaarslopen bijzonder, maar wel éénmalig. Het waren de zogenaamde Milleniumlopen bij de overgang naar het jaar 2000. In Zoutelande was er een estafetteloop over 100 km, verdeeld in etappes van 10 km. Met broer Wim besloot ik die dag niet aan de Oliebollenloop in Goes mee te doen, maar te starten bij de Milleniumloop over 10 km van mijn Belgische vereniging ACSS. Deze loop vond plaats bij kasteel Ravenhof op de grens bij Putte. Over een fietspad door het Moretusbos en via een woonwijk terug en zo 4 ronden. Het was die dag prima loopweer en ik had er zin in. En dan mijn eindtijd …. Voor het eerst sinds jaren onder de 40 minuten. Helaas was deze 10 km ongeveer 1 km te kort. De opmeter had zeker een paar Duvels gedronken voordat hij op pad ging met zijn meetwiel. Sommige deelnemers waren zo gebrand op het lopen naar het jaar 2000, dat ze ’s nachts nog aan zo’n loop gingen meedoen. Zouden die mensen nog steeds lopen?
Dit jaar zal ik er vanwege de problemen met mijn been niet bij zijn of het moet wandelend nog lukken. Toch denk ik altijd met veel plezier aan de Oliebollenlopen terug. En oliebollen bakken doe ik tegenwoordig zelf, maar geen 180 stuks. Mijn recept staat hieronder:
Voor ongeveer 60 oliebollen gebruik ik iets meer dan 1 kg gewone patent bloem, 1 liter magere melk, 2 zakjes instant gist, beetje zout, 1 flesje sterk bier, zak rozijnen, zak cranberry’s en voldoende zonnebloemolie om ze in te bakken.
De rozijnen en cranberry’s zet ik ruim van te voren in water om te wellen. De bloem kap ik in een grote plastic teil en voeg daar gist, zout en een deel van de melk aan toe. Eerst even mengen met een pollepel en dan met de mixer. De rest van de melk en het bier in etappes toevoegen. Op den duur zie je belletjes in het beslag. Dan de rozijnen en cranberry’s erbij en nog ongeveer 5 minuten mixen. Totale mixtijd 25 á 30 minuten. Zet de teil met daarover een vochtige theedoek daarna ongeveer 1 uur op een veilige plaats voor de verwarming om het beslag te laten rijzen.
Na 50 minuten zet je de pan met voldoende olie op het vuur. Na 10 minuten kun je beginnen met bakken. Ik gebruik altijd een ijsschep om het beslag in de pan te doen en bak dan 5 bollen tegelijk. De deegbollen draaien vanzelf om als ze gaar zijn aan één kant. Prik zo nu en dan met een breinaald in de bollen en als er geen beslag aan je breinaald plakt zijn ze goed. Smakelijk en een Gelukkig Nieuwjaar.
Geen Commentaar