Blog

DE HARDLOOPAMBASSADEUR

Wat is het hoogste dat je bij het hardlopen kunt bereiken? Volgens mij winnen op de Olympische Spelen. Nu zijn de Olympische Spelen maar om de 4 jaar en zodoende zijn die kansen klein. Verder is het al een hele toer om namens je land uitgezonden te worden. Sinds het begin van de OS in 1896 is dat niet veel Zeeuwen gelukt. En zeker niet in het hardlopen of andere atletiekonderdelen.

Hein Cujé was er dicht bij. Hij was al min of meer aangewezen voor de 5000 meter in 1960, maar een ongelukkige blessure verhinderde dat. Tijdens een wedstrijd voor de Spelen werd hij geraakt door een kogel. Niet uit een wapen, maar de ronde ijzeren bol die bij het kogelstoten wordt gebruikt. Het tuig was ietwat uit de richting gevlogen en belandde op de baan waar op dat moment lopers passeerden. Nog een geluk dat het geen slingerkogel was, want dat heb ik ook al eens zie gebeuren tijdens een 800 meter voor dames bij een internationale wedstrijd.

Ook John Vermeule is er nooit in geslaagd om op de Olympische Spelen te geraken. In 1988 bleef hij iets boven de limiet op de marathon en ondanks de lobby van Zeeuwse unieraadsleden werd hij niet aangewezen. John mocht wel meedoen aan 2 Europese – en 1 wereldkampioenschap. Zijn clubgenoot Kim Reynierse startte wel bij een olympische marathon, namelijk in 1992 in Barcelona. Kim kwam echter uit voor Aruba en dat was ook het geval voor de Zeeuwse loopster Lia Melis.

Bekende Zeeuwse loopsters die wel namens Nederland op de Olympische Spelen mochten meedoen waren Els Vader en Marjan Olyslager. Els liep in Moskou en Los Angeles de 100 en 200 meter en bereikte op de 200 meter steeds de halve finale. Marjan Olyslager was ook een sprintster, maar vooral gespecialiseerd op de 100 meter horden. Op dat nummer bereikte ze in 1988 in Seoul de halve finale. Dat resultaat herhaalde ze op de 4 x 100 meter. Els Vader maakte ook deel uit van die ploeg, maar beiden waren op dat moment geen lid meer van een Zeeuwse club.

Een minder bekende Zeeuwse atlete die ook aan de Spelen deelnam was Nel Karelse uit Kortgene. Zij liep in 1948 de 200 meter ( 5e in de halve finale ) en werd 5e in het verspringen. En tot slot was er ook nog Hans Harting uit Vlissingen, die in 1952 deelnam aan de 1500 meter in Helsinki, maar moest opgeven. Overigens was Harting toen al verhuisd naar Amsterdam vanwege betere trainingsfaciliteiten, maar hij kwam wel elke jaar naar Vlissingen om de Boulevardloop te winnen. .

Zeeuwse hardlopers v/m op de Olympische Spelen zijn dus een unicum en de laatste 30 jaar komt er niemand in de buurt. Ook de deelname aan andere internationale kampioenschappen zit er niet in. Een NK is het hoogst haalbare en ook daar worden geen potten gebroken. Jammer, maar het is niet anders en de huidige atleten kun je zeker niet verwijten dat ze er niet genoeg voor doen. Er is wel een wezenlijk verschil met de meeste bovengenoemde atleten en dan heb ik het niet alleen over de hoeveelheid talent. Hein, John, Kim, Els en Marjan waren uithangborden van de Zeeuwse atletiek. Zeker zolang ze lid waren van een Zeeuwse vereniging deden ze regelmatig mee aan wedstrijden in de provincie. Ze waren een voorbeeld en anderen trokken zich daaraan op.

Dat zie ik niet bij de huidige Zeeuwse toppers. We zien ze helaas te weinig in Zeeuwse wedstrijden. Prima dat ze hun eigen weg kiezen om het beste eruit te halen, maar als je na al die jaren nog steeds niet echt bij de top hoort, mag je ook wel eens aan het algemene belang van de Zeeuwse atletiek denken. Dat besef komt meestal pas nadat ze hun topjaren hebben gehad. Door je nu al te presenteren als hardloopambassadeur van Zeeland en je meer te  laten zien in Zeeuwse wedstrijden, kun je helpen om de sport op een hoger te niveau te tillen. Foto: John Vermeule wint een halve marathon.     

Geen Commentaar

Geef Commentaar