Blog

ATLETIEK ZOEKT WERPERS, SPRINGERS EN SPRINTERS

Bij veel atletiekclubs bestaat het grootste deel van de leden uit hardlopers. En dan vooral hardlopers die meedoen aan de iets langere afstanden. Maar atletiek is meer: sprinten met en zonder horden, werpen met diverse tuigen en springen op verschillende manieren. En juist voor deze onderdelen is bij de volwassenen niet veel belangstelling. Jammer en kunnen we dat veranderen?

Bij de jeugd zijn deze onderdelen nog wel goed bezet, maar dikwijls wordt het aangeboden als meerkamp en dan moeten ze meedoen. Bovendien stroomt er weinig jeugd door naar de categorie waar het er echt om gaat, dus zal het ook over enkele jaren niet opgelost zijn. Je moet eigenlijk actief werpers, springers en sprinters opzoeken en uitnodigen. Maar wie dan?

Als ik het peloton hardlopers soms voorbij zie trekken, zie ik lopers waarvan ik denk dat ze beter kunnen gaan kogelstoten. Maar moet je dan bruut zeggen: “Hé Jan ( gefingeerde naam ), die 10 km van jou stelt ook niet veel voor, probeer het eens met een kogel of discus.” Nee zo werkt het niet. Jan moet dat zelf ontdekken. En in het verleden zijn er zulke voorbeelden geweest.

Eind jaren 70 kwam tophandballer Bert de Jonge in aanraking met atletiek. Bert speelde bij EMM, maar was gestopt en begonnen met hardlopen. Dat deed hij trouwens niet onverdienstelijk. Zo liep hij bijvoorbeeld 38.29 minuten op een 10000 meter en volbracht hij ook een paar halve marathons. Door het lidmaatschap bij AV’56 kwam hij echter ook in aanraking met kogelstoten en discuswerpen en daarvoor had hij met zijn handbalverleden meer talent. Met de kogel kwam hij tot 15.64 meter en de discus belandde na 49.58 meter in het gras.

In die hoek moeten we dus gaan zoeken naar talent op dit soort onderdelen. Nu is het niet de bedoeling om allerlei teamsporten af te romen, maar dikwijls kennen sporten als handbal, basketbal, rugby, waterpolo, korfbal, e.d. een zomerstop. Die maanden kun je opvullen met atletiek. Ze zijn al gewend om met een bal te gooien en dat vervangen ze dan door een kogel, discus of speer. Voetballers zijn dikwijls geschikt als sprinter, vanwege de vele korte sprintjes die ze tijdens een wedstrijd afleggen.

Maar er zijn ook veel teamsporters, die om de haverklap geblesseerd zijn en de sport eigenlijk vaarwel willen zeggen. Dan is atletiek een goed alternatief. Maar hoe bereik je deze mensen? Dit verhaal zullen ze waarschijnlijk niet lezen. Clubs zullen zelf actie moeten ondernemen. Hou bijvoorbeeld een “talentendag” om kennis te maken met deze nummers. Via allerlei media maak je Zeeuwen daar attent op. Laat iedere deelnemer na uitleg door een trainer of atleet een keer sprinten, een paar keer werpen met kogel en discus en eens verspringen. Verdere invulling laat ik aan de clubs over, maar ik heb wel ideeën. Foto AV’56: kom eens discuswerpen bij een club.

Geen Commentaar

Geef Commentaar