TECHNOLOGIE EN SPORT.
Een leven zonder computer is bijna ondenkbaar, zeker voor mensen die nooit anders hebben geweten. Bijna hetzelfde kunnen we zeggen over de mobiele telefoon, hoewel ik zo’n ding eigenlijk maar een paar keer per jaar gebruik. Mijn computer gebruik ik dagelijks en goed beschouwd hoofdzakelijk i.v.m. met sport: mijn website bijhouden, andere hardloopsites bekijken, inschrijvingen ontvangen en verwerken voor JARO wedstrijden, hardloopschoenen e.d. bestellen, enz.
Toch bedoel ik dat niet met het verband tussen sport en technologie. Vroeger werden tijden van een hardloopwedstrijd opgenomen met een stopwatch. Nu gebeurt dat steeds meer met elektronische tijdwaarneming ( ET ), waarbij het pistool de klok start en je niet afhankelijk bent van het op tijd reageren van een jurylid. Ook bij de technische nummers is er al zoiets en kan straks het vertrouwde meetlint in de kast blijven.
Inschrijvingen worden steeds meer digitaal verwerkt en bij de oefenwedstrijd van AV’56 had men een tablet om de meeste uitslagen rechtstreeks naar het secretariaat te zenden. Bij stratenlopen en crossen maken we gebruik van een chip in het startnummer, zodat er direct een uitslag is, het aantal rondjes door de apparatuur wordt geteld en er dus in principe niets kan misgaan. Wat wil je nog meer? Allemaal prima en sommige apparatuur zou ik niet meer willen missen, maar soms lijkt het alsof de technologie belangrijker is dan de deelname en de prestaties.
In het onderwijs deed de computer in de jaren 90 ook zijn intrede. Wat een gemak zou dat worden. Maar helaas is het niveau in die 30 jaar behoorlijk gezakt. Nu zijn daar ook andere oorzaken voor en mag je het zeker niet alleen op de computer steken, maar als onderwijzer waarschuwde ik mijn collega’s al voor de ontwikkelingen in die jaren. Matig opgeleide leerkrachten, fantasten die te veel van dat personeel eisten en steeds meer leerlingen voor wie Nederlands geen moedertaal was, nekten het onderwijs. Die opmerkingen werden me niet in dank afgenomen, maar 30 jaar later zie ik allerlei “nieuwe” maatregelen in het onderwijs, die we vroeger vanzelfsprekend vonden.
Kun je die vergelijking ook naar de sport of liever specifiek naar de atletiek doortrekken. Mijn hand geklokte 12.7 seconden over 100 meter uit 1969 stelde toen weinig voor. Dat liep bijna iedereen en meestal sneller. Nu doen atleten niet mee als er geen ET is, want anders wordt hun tijd volgens hen niet voor vol aangezien. Akkoord, maar als die tijd dan vervolgens ergens rond de 14 seconden ligt, zet ik daar toch uitroeptekens bij. Betere atletiekbanen ( wij liepen op sintels ), betere schoenen, meer kennis over voeding en training, enz. enz. en dan niet sneller lopen. Bij de langere afstanden en de technische nummers zien we zeker in de breedte hetzelfde. Trainers die de geschiedenis en de vroegere trainingen van de sport niet of nauwelijks kennen, bestuurders en organisaties die vooral bezig zijn met kwantiteit i.p.v. kwaliteit en sporters die tevreden zijn met “goedkoop succes” doen er geen goed aan.
Of mijn 14.61 meter bij het discuswerpen nu per tablet direct bij het secretariaat komt of een kwartier later op een stukje papier, maakt toch niets uit. Het is een afstand van niks en niemand is daar benieuwd naar. Het gebruik van zo’n tablet is pas waardevol als daar 10 goede werpers staan en de speaker op die manier heet van de naald de resultaten kan vermelden.
Technologie is wat mij betreft een goede ondersteuning, maar het gaat in de eerste plaats om goed presterende atleten. En daar mag in de atletiek wel eens meer aandacht aan worden besteed. Er zijn initiatieven zoals clinics, maar ik denk dat zoiets niet voldoende is. Talent opsporen ( zie mijn verhaal over een talentendag organiseren ) en verder ontwikkelen en dan vooral in de leeftijd 17 – 35 jaar moet prioriteit hebben. Records bij de jeugd en masters zijn leuk voor die atleten zelf, maar de atletiek koopt er niets voor. Hopelijk duurt het weer geen 30 jaar om tot de vaststelling te komen dat ik gelijk had. Foto: juryleden die in de stromende regen alles bijhouden met stopwatch, pen en papier. Maar wel bij een wedstrijd met alle toppers uit het Zeeuwse hardlopen.
Geen Commentaar