HET BELANG VAN ETEN EN DRINKEN TIJDENS EEN MARATHON.
Een dikke week voor de Kustmarathon is er veel tumult over de drankposten. Nieuwe regelgeving laten kraampjes op de waterkering alleen toe als daar flink voor betaald wordt. Sommige drankposten stonden in het verleden op een ongelukkige plek en worden nu verplaatst. Maar als ik verder lees, zijn er toch oplossingen en zodoende voldoende drankposten.
Ik zie trouwens altijd veel deelnemers, die hun eigen drinken en eten meenemen in een soort rugzakje met waterreservoir. Persoonlijk ben ik daar geen voorstander van, want dat is extra ballast en zorgt er juist voor dat je nog meer zweet en behoefte hebt aan vocht. Ook op het gebied van kleding kunnen veel deelnemers extra transpireren voorkomen. En natuurlijk zijn de weersomstandigheden op de dag zelf van cruciaal belang als het gaat om veel of weinig drinken, maar vooral het lichaam afkoelen.
Moet je eigenlijk wel veel drinken en van die gelletjes naar binnen werken tijdens het lopen. Ik moet al kotsen als ik er aan denk, maar ik ben natuurlijk van de oude stempel. In de 26 marathons die ik uitgelopen heb, heb ik nooit veel gedronken en zeker geen voedsel tot me genomen. Ik heb al eens verteld over het experiment met de eerste sportdrank in 1974. Voor de start een halve flacon Hycal en dan na ongeveer 30 km de rest. De laatste 5 km kwam het er langs onder en langs boven uit, maar ik haalde de finish in 3.33 uur. Toen een waardeloze tijd.
Had ik sneller of langzamer gelopen zonder Hycal? Ik had sneller gelopen als ik langzamer gestart was. De eerste 10 km ging in minder dan 39 minuten en mijn PR op die afstand was toen maar 37.08 minuten. En verder trainde ik eigenlijk te weinig om ook de laatste 10 km van een marathon nog fatsoenlijk te lopen. Kijk en dat bedoel ik eigenlijk. Om een marathon fatsoenlijk uit te lopen, moet je in de eerste plaats fatsoenlijk getraind zijn en zijn eten/drinken, wel of geen schoenen met carbon, vermogens – of hartslagmeter enz. marginaal.
Wie niet goed getraind is, heeft niets aan een uitgekiend eet – en drinkschema, waarin je precies om de 5 km een bepaalde hoeveelheid sportdrank of sportvoeding moet nemen. Bij een goed getrainde loper kunnen deze zaken het verschil maken, maar wereldtoppers in de jaren 70 en 80 gebruikten de waterposten toch vooral om zich af te koelen. Zo werd de Belg Eric Gijselinck ooit kampioen van zijn land door na een kilometer of 35, toen hij er helemaal doorzat, een emmer water over zijn hoofd te kappen. Daar knapte hij zo van op en zodoende kon hij zijn voorsprong behouden.
Ik lees ook nog dat veel lopers overwegen om zelf “drankposten” in te richten tijdens de Kustmarathon. Ik veronderstel dat ze dan familie of vrienden aan de kant posteren met bidons e.d. Slim bekeken en dat deden wij ook regelmatig bij warm weer. Maar mag dat wel? Ik ben niet meer echt op de hoogte van alle regelgeving, maar hulp van anderen is bij een officiële hardloopwedstrijd volgens mij niet toegestaan. Je mag dus alleen gebruik maken van de door de organisatie beschikbare posten en in principe moet je zelf het drinken pakken.
Maar aangezien de Kustmarathon geen officiële wedstrijd is, maar te boek staat als “trimloop”, kan het hier dus blijkbaar wel. Hopelijk is het weer op 5 oktober voor zowel snelle als langzame deelnemers ideaal en zullen de waterposten niet van invloed zijn op het verloop van de wedstrijd. Zorg dat je van te voren voldoende drinkt ( kun je zien aan de kleur van je urine ) en overdrijf niet met het drinken van puur water tijdens de wedstrijd. Dat is namelijk ook niet gezond. Succes allemaal. Foto AV’56: drankpost bij Kustmarathon.
Geen Commentaar