DE KAMPIOEN VAN DE DOODLOPENDE STRAAT
Deze uitdrukking gebruikten we in het verleden als iemand iets gewonnen had, dat eigenlijk niet veel voorstelde. Zo heb ik in mijn 60 jarige hardloopleven ook 4 zeges behaald. Ik werd zelfs een keer Zeeuws kampioen op de 4 x 300 meter bij de junioren. Er deden echter maar 2 teams mee en zo was het bij mijn andere overwinningen ook.
Als A junior won ik een 3000 meter op de baan. Er waren maar 2 junioren en we liepen samen met de senioren, dus ik kwam ook niet als eerste over de finish. Datzelfde overkwam me ruim 20 jaar later. Bij een stratenloop ergens in België waren er 2 afstanden, die tegelijk van start gingen. De meesten liepen de 6 km, maar er was ook een race over 18 km of te wel 3 ronden. Daar deden veel minder lopers aan mee, maar na afloop bleek dat ik de snelste bij de masters was. Dat waren er overigens maar 3.
De enigste keer dat ik als eerste over de streep liep was bij een sportdag op de middelbare school, maar toen stonden er verder geen echte atleten aan de start. Mijn overwinningen stelden dus niets voor en ik hecht dus meer waarde aan een 2e plaats bij een 5000 meter, waar ik 17.18.5 minuten liep.
Nu weet je als organisatie natuurlijk nooit van te voren hoeveel deelnemers er in de verschillende categorieën meedoen. Maar het staat ook een beetje raar als je als winnaar bij de senioren in de media komt, maar in werkelijkheid de nodige masters voor je moet dulden. Dat gebeurde tot zo’n 10 jaar geleden regelmatig bij wedstrijden in Zeeland en daarom zien we nu meestal een overall uitslag.
Toch zie ik nog regelmatig berichten met allerlei winnaars, die in de praktijk toch een beetje de kampioenen van de doodlopende straat zijn. In mijn verhaal over de Zeeuwse crosscompetitie liet ik al doorschemeren dat sommige categorieën matig tot slecht bezet zijn. Eén van deze wedstrijden gold tevens als ZK cross en daar was het niet anders. Je wordt kampioen, maar wel met maar 2 of 3 tegenstanders.
“Wie er niet is, kan ook niet winnen” en over een paar jaar weet niemand meer dat er geen echte tegenstand was en telt alleen de titel. Akkoord, maar we moeten het niveau van het hardlopen toch ook een beetje beschermen. Misschien moeten we dus minder Zeeuwse titels uitdelen en meer categorieën bij elkaar voegen. En zeker geen kampioenschappen meer organiseren over afstanden waar nationaal en internationaal geen kampioenschap is, zoals een 15 km of een 10 EM.
En moet je kampioenschappen niet op een vast tijdstip organiseren? Een ZK cross in januari is prima, maar met hetzelfde gemak wijst de VZA dit ZK volgend seizoen toe aan de Elderschanscross in november en dan hebben we 2 x een ZK cross in 2025. Nog liever zie ik een apart ZK dat niet wordt ondergebracht bij een bestaande wedstrijd. Probeer daar de beste Zeeuwse atleten aan de start te krijgen en hier alle aandacht op te vestigen.
Dat kun je ook doen bij de baan – en wegkampioenschappen, maar ook hier moet je saneren. Geen aparte wegkampioenschappen over halve marathon, 10 km en 5 km, maar gewoon “het ZK op de weg” waarbij de afstand wisselt. Het liefst gedurende minstens 3 jaar op hetzelfde parcours. Op de baan geen scala van onderdelen met soms minder dan 3 deelnemers per categorie, maar een ZK sprint, een ZK middenafstand, een ZK lange afstand, een ZK werpen ( als dat praktisch lukt ) en een ZK springen en ook hier jaarlijks de nummers veranderen. Niet voor alle categorieën apart, maar gewoon vanaf U 16 en de beste wint, zodat we alleen onderscheid maken tussen vrouwen en mannen. Oneerlijk? Ik denk dat bij veel van deze wedstrijden iemand uit de categorie masters zal winnen, maar als er een sprint- of springtalent van 16 jaar bovenuit stijgt is dat ook prima.
Bij de jongere jeugd moet je niet focussen op individuele titels, maar op het collectief. Bedenk constructies waar elke deelnemer bijdraagt aan de score voor de club en een kampioenschap of 2e of 3e een groepsprestatie is. Dat klinkt geitenwollensokkenachtig, maar aan een “topper” van 13 jaar, die 2 koppen boven de rest uitsteekt heb je niet zoveel. In de praktijk zijn het meestal atleetjes uit de middenmoot die later doorbreken, maar dan moeten ze wel gemotiveerd blijven.
De details zullen verder uitgewerkt moeten worden. Ik geef gewoon voorbeelden om hardlopen/atletiek weer aantrekkelijker te maken. Ongetwijfeld zijn er andere en betere ideeën. Laat die dan een keer horen. Afbeelding: in de doodlopende straat wonen geen echte kampioenen.
Geen Commentaar