OVERDAAD SCHAADT. VEEL WEDSTRIJDEN … WEINIG KWALITEIT
Er zijn m.i. te veel wedstrijden in onze regio. Ik berichtte er al over in mijn verhaaltje “3 in de pan”, waar ik wees op 3 stratenlopen in Zeeland op 29 maart met het mogelijke vooruitzicht dat alle wedstrijden minder bezet zouden zijn. En dan was er op die dag ook nog een baanwedstrijd in Terneuzen en dat had zeker invloed op de deelname van de jeugd bij de stratenlopen. Hoe was de deelname in de praktijk?
Bij de Oosterscheldeloop bereikten in totaal bij 4 afstanden 176 hardlopers de finish. Vorig jaar waren dat er ook 176, maar toen was er bij deze wedstrijd geen jeugdloop. Bij de jeugd waren er overigens maar 8. Tien jaar geleden waren er nog 270 deelnemers bij de Oosterscheldeloop voor een 10 en 20 km en in 2019 het jaar voor corona nog 193 hardlopers voor een 10 mijl en een 5 km.
In Hulst finishten er 135 lopers bij de 25 km, de 12,8 km en de 7.1 km. Vorig jaar waren er 103 deelnemers voor deze 3 afstanden. Van Bruinisse kon ik in eerste instantie geen volledige uitslag vinden, maar nu die er wel is kan ik concluderen dat zij zeker geen last hadden van de concurrentie. Met 173 deelnemers aan de 5 en 10 km waren er aanzienlijk meer deelnemers dan de 106 van vorig jaar. Je kunt in ieder geval niet zeggen dat ze elkaar lopers afgesnoept hebben. Alle wedstrijden waren redelijk bezet, maar in de top moet je toch zoeken naar enige kwaliteit en zeker bij de Zeeuwse lopers. Dat verzin ik niet, dat zijn de feiten. En begrijp me goed, het is geen verwijt. Ik heb waardering voor iedereen die streeft naar progressie, maar vorige generaties liepen sneller.
Met tijden onder het uur over 15 km tel je zeker mee, maar vergeet niet dat een tijd van 59.59 min slechts een 392e plaats is op de Zeeuwse ranglijst allertijden en dat 57.52 min de tijd van de 10e maar goed is voor de 302e plaats. In Hulst loopt er niemand onder de 1.30 uur een tijd die op deze weinig gelopen afstand goed is voor een 59e plaats in de Zeeuwse ranglijst allertijden. En met de winnende tijd 34.34 minuten over 10 km in Bruinisse sta je ook maar op de 112e plaats.
Spelen er andere factoren een rol waardoor weinig (sub) toppers meedoen en de deelname vergeleken met enkele jaren terug afneemt? De marathons 2 weken later misschien, maar bij wedstrijden in een periode dat er geen marathons zijn, loopt de animo ook terug. Is er een soort afkeer van de kromme afstanden? Zijn veel hardlopers uitgekeken op gewone wedstrijdjes.
Laat ik met het laatste beginnen. Bij een gewone hardloopwedstrijd probeer je zo snel mogelijk van start naar finish te lopen en moeten de omstandigheden voor iedereen gelijk zijn. Dat is dikwijls zelfs bij eenvoudige wedstrijdjes niet het geval. Ook bij regionale loopjes zijn het niet altijd eerlijke wedstrijden. Als er 2 of 3 afstanden tegelijk starten, kunnen sommigen profiteren van hardlopers die eigenlijk niet aan hun afstand meedoen. En wie is er eigenlijk winnaar van de wedstrijd? Ik bedoel het volgende. Vroeger was er voor een bepaalde categorie 1 afstand. Je was dan winnaar van de Nadorstloop, de halve marathon van Goes of de Boulevardloop enz. Nu zijn er voor dezelfde leeftijden meer afstanden en zijn er dus ook meer winnaars. Erg? Niet echt, maar ik vind dat een verarming.
Als het druk is en er in “waves” gestart moet worden, kun je gelijke omstandigheden zeker vergeten. Je wordt opgehouden bij de start, maar ook onderweg. Biedt een chip dan de oplossing? Jan en nee. Je krijgt je correcte tijd van start tot finish, maar met het oponthoud vanwege langzamere deelnemers onderweg houdt zo’n chip geen rekening.
Bij een 10 km in Nijmegen met duizenden deelnemers zag ik laatst nog een opvallend verschijnsel in de uitslagen. Er werd gesproken over chiptime ( de tijd tussen het overschrijden van start – en finishmat ) en guntime ( de tijd waarop de eerste deelnemers beginnen tot aan de finish ). Bij de toppers was dat uiteraard maar enkele seconden of gelijk, maar bij lopers vanaf en boven de 45 minuten zag je verschillen van soms 4 tot 20 minuten!!! Sommige lopers wachten blijkbaar bewust tot de weg vrij is, zodat ze niet gehinderd worden. Met een guntime van 1.04 uur, maar een chiptime van 44 minuten, kom je dan in de rangschikking boven lopers die een kwartier eerder aan de finish zijn. Wat heeft dit nog met een wedstrijd te maken en is het wel volgens de regels???? Toch kiest de massa voor dit soort wedstrijden.
En dan de definitie voor een hardloper. Is iedereen op een racefiets een wielrenner? Is iedereen op hardloopschoenen een hardloper? Uiteraard niet. Voor mij is een hardloper iemand die traint met de intentie zichzelf te verbeteren of een bepaald niveau te behouden en daarom ook aan wedstrijden meedoet.
Bij veel wedstrijden zien we deelnemers die deze intentie helemaal niet hebben. Ze doen mee vanwege een weddenschap, een goed doel, erbij willen zijn en wat kun je nog meer bedenken. Prima dat ze aan sport doen, maar juist voor deze sporters was en is de aparte prestatieloop ( geen uitslag, geen tijden ) een uitkomst. Je kunt dan zelfs werken met flexibele starttijden, bijvoorbeeld starten tussen 10 en 11 uur, zoals bij een toertocht voor fietsers. Werkt Buuten Loope Walcheren niet met deze opzet?
Een deel van de huidige wedstrijden was in het verleden een prestatieloop, o.a. de Massaloop in Oostkapelle, de Rammekensloop in Ritthem en de Meidoornloop in Nisse. Als er meer afstanden waren, moest je dat niet van te voren aangeven. Je besliste onderweg welke afstand je liep. Prestatielopen werden door wedstrijdlopers vooral gebruikt om te trainen.
Misschien moeten we het huidige aanbod toch eens beter op elkaar afstemmen. Dan kun je nog steeds 2 of 3 hardloopevenementen op dezelfde dag houden: een pure prestatieloop met diverse afstanden, een pure wedstrijd over één courante afstand en liefst met een limiet voor die afstand en een baanwedstrijd met dikwijls hoofdzakelijk jeugd.
Zoiets realiseer je niet in 1, 2 of 3 jaar. Als bovendien niet aangesloten organisaties uitslagen en prijzen aan hun loopjes blijven koppelen, zullen toch meerdere ambitieuze lopers niet aan de verleiding kunnen weerstaan om mee te doen om zo een wedstrijd te winnen. Ook al stelt het misschien weinig voor. Stel je dan als hardloper de volgende vraag: “Win je liever een 10 km in 38.30 minuten of prefereer je een 9e plaats in 37.30 minuten?” En organisaties kunnen zich dezelfde vraag stellen: “Willen we 200 of meer deelnemers met hoofdzakelijk matige tijden en geen strijd of kiezen we voor 50 lopers, die dicht bij elkaar eindigen met goede tijden?” Zet de top 20 van de wedstrijden op 29 maart bij elkaar en de wedstrijd is gelijk een stuk interessanter. Foto AV’56: De winnaar bij de Oosterscheldeloop had liefst 3 minuten voorsprong.
Geen Commentaar