Blog

MAGISCHE PLEISTERS EN PILLEN vervolg

Op dinsdag 1 april schreef ik een verhaal over de NutriTape, een pleister met voedingsstoffen die de prestaties zouden verbeteren. Het was weliswaar geen 1 april grap, maar het was toch een beetje “om mee te lachen”. Niet alleen met NutriTape, maar vooral met de hulpmiddelen en tips die men tegenwoordig bedenkt om beter te presteren en nog meer hoe veel sporters dat interpreteren.

Op de site van Running NL zie ik regelmatig allerlei tips, waarvan ik denk: “Vertel aan hardlopers eerst eens dat ze fatsoenlijk moeten trainen”. Al die andere zaken kunnen helpen, maar zonder fatsoenlijke training heb je er niets aan. Klinkt logisch, maar ik kom nog dikwijls hardlopers tegen die dit niet begrepen hebben ( of niet willen begrijpen ).

“Je moet voldoende rust nemen”. Klopt natuurlijk voor een hardloper, die 60 of meer km per week loopt. Maar in de praktijk zeggen hardlopers, die maar 20 km per week of minder lopen dit ook en dat is eigenlijk onzin. Zij rusten al genoeg en volgens deskundigen boek je pas bij gemiddeld 22 km per week een beetje progressie.

“Door langzaam lopen word je sneller”. Maar niet als je langzaam loopt, omdat je niet sneller kunt en dat vertellen de boekjestrainers er niet bij. Een loper die gemakkelijk een 10 km onder de 40 minuten loopt gaat echt niet bij elke training proberen om 4 min/km te lopen. Dan breek je meer af dan dat je verbetert. Die loper zal dus een behoorlijk deel van de training beduidend langzamer lopen, maar een klein deel juist veel sneller. Dat noemen ze interval of tempotraining en zo word je sneller.

Een loper die altijd in hetzelfde langzame tempo van 6 á 7 minuten per km loopt, ongeacht de afstand en of het training of wedstrijd is, zal op termijn wel iets sneller worden als er voldoende kilometers op de teller staan. Verwacht echter niet dat deze hardloper in een wedstrijd 50 minuten of sneller over 10 km kan lopen, als een pure km niet ruim onder de 5 minuten afgelegd wordt.

“Let op je eten en drinken”. Voor een wedstrijd iets eten waar je maag niet tegen kan, is inderdaad geen goed idee, maar dat bedoelen ze niet. Tegenwoordig moet je alles bijna afwegen en moet je een soort voedingsplan maken. Toen ik 50 jaar geleden mijn beste tijden liep en dan heb ik het bijvoorbeeld over 36.08 min over een 10000 meter en 59.26 min over 10 EM, dronk ik regelmatig veel bier en ik lette eigenlijk niet op mijn eten. Met een lengte van 1.76 meter woog ik in de winter ongeveer 67 kg en in de zomer 63 kg. Gemiddeld liep ik wel 80 km per week en per jaar deed ik aan 30 á 40 wedstrijden mee vanaf 3000 meter t/m de marathon. Met uitgekiende voeding had ik misschien een fractie sneller gelopen, maar met de huidige training en vooral de algemene aanpak van het hardlopen was ik veel langzamer geweest.

“Core Stability en loopscholing”. Hier kan ik hetzelfde verhaal ophangen. Zonder dat we het wisten zat dat in onze training, maar we waren er tot begin jaren 90 niet speciaal mee bezig. In de jaren 60 en begin 70 trainden we in de winter nog wekelijks een uurtje in een gymzaaltje en deden dan “circuittraining”. Je ging helemaal kapot, maar naderhand besef ik dat zoiets ook een soort core stability was. Loopscholing zat standaard bij het in – en uitlopen, maar zeker geen sessies van 3 kwartier. Toen trainers dat in de jaren 90 wel gingen doen, had ik in de eigenlijke training daarna eigenlijk geen zin meer. Zonde van de trainingsavond en op den duur ging ik voor mezelf trainen.

“Schoenen en kleding”. Nieuwe hardloopschoenen of een leuk tenue kunnen motiverend werken, maar verwacht ook hier geen wonderen van. Ook met schoenen van € 250, – of meer loop je geen supertijd als je onvoldoende getraind hebt. Bovendien werkt het voordeel van enkele procenten blijkbaar alleen boven een bepaalde snelheid en die is voor de meesten niet haalbaar. En of het door de schoenen komt of door andere “magische pillen” dat er zo snel gelopen wordt, zal de toekomst uitwijzen. Op dit moment zijn er 123 Keniaanse hardlopers geschorst vanwege het overtreden van de dopingregels en is dat in andere landen veel beter.  

Waar ik ook nog steeds hard om moet lachen is de fabel van het “3 lagen systeem” bij de hardloopkleding. Waarschijnlijk ooit bedacht en ontwikkeld voor langlaufers die bij min 10 graden wedstrijden en training moeten afwerken, maar in ons klimaat onnodig. Toch zie ik nog veel hardlopers met teveel kleding aan de start staan. Of is het aerodynamisch, want dat ontbreekt in het hardlopen nog grotendeels. Of zien we binnenkort hardlopers met een helm? Bij schaatsen en wielrennen is aerodynamica wel ingeburgerd, maar ook daar geldt dat je goed getraind moet zijn om er profijt van te hebben.

En dan heb je natuurlijk nog de compressiekousen, de camelbag, hartslagmeter, vermogensmeter, muziek in je oren, rode bietensap, kersensap, gelletjes, ketonen, hoogtestage, zuurstoftent, spirulina, allerlei pasta’s, pannenkoeken, enz. Ongetwijfeld nuttig, maar of je nu sneller gaat lopen als je maar 30 km in de week traint? Misschien levert geleidelijk 10 tot 20 km aan je weektotaal toevoegen en/of meer variatie in je training stoppen meer op. Dat is in ieder geval goedkoper. 

Tot slot: wat is de basis voor een goede training? Begin altijd met een testloop over exact 1000 meter, die je zo snel mogelijk loopt. Wel eerst inlopen en daarna uitlopen. Aan de hand van je resultaat over die 1000 meter, maak je een schema. Hoe? Kijk maar op deze site bij de rubriek training en dan zul je vast en zeker wel iets vinden en anders stuur je maar een mailtje. Foto: hardlopen zonder veel hulpmiddelen, hier zelfs geen schoenen.

 

Geen Commentaar

Geef Commentaar