TRAININGSGROEP ZEELAND
Tegenwoordig lees je regelmatig dat sportclubs in een bepaalde regio gaan samenwerken. Soms is dat noodgedwongen, omdat ze te weinig leden hebben om volwaardige teams te vormen. Meestal proberen ze echter de jonge talenten van hun club extra trainingen aan te bieden, zodat het niveau verbetert.
Allemaal erg lovenswaardig, maar wat zijn de resultaten en dan zeker op lange termijn. Mijn ervaring is dat veel jeugd afhaakt voor ze aan “het grote werk” toe zijn en dan zijn die investeringen goed beschouwd nutteloos. Bij teamsporten is het rendement misschien iets groter, maar daar is altijd sprake van een selectie en “de mindere goden” vallen buiten de boot.
Initiatieven voor deze samenwerking worden hoofdzakelijk door bestuurders en trainers genomen en dan is het te hopen dat de sporters de nodige motivatie vinden om het vol te houden. Geselecteerd worden vinden ze natuurlijk fantastisch, maar als je als enige van je club elke maand naar een speciale training moet in een andere plaats en soms een andere provincie, kan die motivatie snel omslaan in tegenzin en gaat er weer een talent verloren.
Samenwerking is niet iets van nu, maar bestaat al heel lang. Ook in de atletiek en specifiek het hardlopen. In de jaren 70 ontstond de “trainingsgroep Zeeland”. Dit waren hardlopers uit hoofdzakelijk Walcheren en de Bevelanden, die besloten om regelmatig samen te gaan trainen. Het was een soort reactie op de sterke formatie bij RKHAV waar ze met Piet Vonck, Jo Schout, Wies van Houte en Hugo van Duijsse nationale toppers hadden. Daarnaast nog een groep lopers van iets mindere kwaliteit, maar nog altijd top in Zeeland. Zij trainden regelmatig bij trainers van Belgische clubs en dat rendeerde. Dit zorgde ook voor een aanzuigeffect: lopers uit andere delen van Zeeland werden lid bij RKHAV. Zo liepen de Bevelandse lopers Ad Courtin, Wim Westdorp, Miel Bogaert en René van Zee, maar ook Marien van Prooyen uit Sint Maartensdijk een tijd in het geelblauwe tenue van de club uit Hulst. Was deze aanpak van RKHAV het goede voorbeeld?
Op initiatief van Niek Flipse en Jan Jansma werd in ieder geval trainingsgroep Zeeland opgericht. Midden – en lange afstandslopers van de clubs boven de Westerschelde konden meedoen en in principe maakte het niveau niet uit. Wel dat ze de intentie hadden om zich te verbeteren, maar op zich hadden ze vergeleken met nu allemaal een redelijk tot zeer goed niveau. Ik was eigenlijk één van de zwakste lopers in het gezelschap.
Er werd afgesproken dat we in de herfst – en winterperiode om de 2 weken bij elkaar zouden komen om te trainen. Jean Polfliet werd bereid gevonden om deze trainingen te leiden. De trainingen waren op wisselende locaties: Dishoek, de Manteling en de Domeinen of te wel de bossen bij Burgh Haamstede waren de voornaamste. De trainingen in de Domeinen waren speciaal. We combineerden een verblijf in de huisjes van ’t Zeepe met de bekende wedstrijden, zoals de Mosselloop, Deltacross en Pannenkoekenloop. Op zaterdagmiddag de wedstrijd met veel in – en uitlopen en op zondag eerst een kort loopje om wakker te worden en dan nog 2 trainingen. Na de maaltijd op zondagavond gingen we weer naar huis.
Het volgende seizoen nam Cees van Oosten de trainingen voor zijn rekening. Nu moet je me niet vragen hoe die trainingen er precies uitzagen, want het is 50 jaar geleden, maar het was geen kwestie van lange duurlopen. Ik kan me nog een paar trainingen herinneren: Zo liepen we op de Manteling tig keer ongeveer 200 meter op het onverharde fietspad met een beetje vals plat. Omdraaien, dribbelen naar het startpunt en daar gingen we weer. En je werd het liefst niet laatst. Verstandig? Wij werden in ieder geval betere lopers.
Een soortgelijke training op een zondagochtend in de Domeinen. Op zaterdagmiddag werd de Mosselloop gewonnen door Bram Wassenaar een wereldtopper op de 1500 meter. Bram verbleef daar bij zijn ouders en beloofde de volgende ochtend mee te trainen. Hij gaf ons ook een mooi compliment: “Jullie staan al verder dan de KNAU”. Op het programma stond heuveltraining en iedereen was extra gemotiveerd. Na het inlopen mochten we ons een half uur uitleven op een zandhelling van ongeveer 150 meter. Op en af en dat “op” was dan zo snel mogelijk.
De trainingsgroep Zeeland bleef ongeveer 2 jaar bestaan. Van mij had het nog langer mogen duren en waarom het niet verder ging, weet ik eigenlijk niet meer. Ik weet wel dat die 2 jaar een succes waren en dat kwam volgens mij vooral omdat het initiatief uit de lopers zelf kwam. Het was geen bedenksel van een bestuur of de trainers. De trainers werden gevraagd door de atleten. Sommige van die hardlopers gingen na een korte onderbreking in de jaren daarna op trainingsstage naar het Franse Vittel. Een paar zelfs 10 keer. Daar heb je een Olympisch centrum en daar kon je je rond de Pasen gedurende een week uitstekend voorbereiden op het nieuwe seizoen. Slapen in het sporthotel en trainen op de weg, het park, het bos, de atletiekbaan en bij slecht weer zelfs op een indoorbaan. En om te ontspannen mochten we gratis in het zwembad.
Maar ook dat was eigen initiatief en uiteraard voor eigen kosten. Op die manier werkten atleten uit Zeeland samen, want ook nu waren er meerdere clubs vertegenwoordigd. Is dit de sleutel tot succes? Foto: groep lopers van de trainingsgroep Zeeland in de jaren 73/75 op het strand.
Zie ik op de foto van de trainingsgroep een paar vrouwelijke atleten of is het het lange haar dat toen in de mode was? Ik trok Jo Schout en Wies van Houte na. Hun voornaam zou ook vrouwelijk kunnen zijn? Maar nee, het zijn mannelijke atleten. Vandaar mijn vraag er dames meeliepen?
Er zaten geen vrouwen bij de trainingsgroep Zeeland. Er waren namelijk in die jaren geen vrouwen die lange afstanden liepen. De wedstrijden voor dames beperkten zich in de jaren 70 zelfs internationaal tot de 800, 1500 en later de 3000 meter op de baan en in de cross soms iets verder. Wegwedstrijden voor dames kwamen ook pas in de loop van de jaren 70. In Zeeland was Trijnie Smeenge ( daarvoor actief op de 800 meter ) de eerste die zich aan de langere afstanden waagde en zo als eerste Zeeuwse in 1981 een marathon liep.
En lang haar bij mannen was toen inderdaad mode, maar je ziet dat ik toen ook al rebels was, want ik had dat niet.