MOOIE ATLETIEK OF HISTORISCH SLECHT
Afgelopen vrijdagavond was ik bij een baanatletiekwedstrijd in Goes. Gelukkig was het mooi weer en zat ik prima in het zonnetje, maar genieten van veel mooie prestaties was er niet bij. Er waren sowieso weinig deelnemers. Misschien was de datum toch niet goed gepland. Een dag later was er namelijk een competitiewedstrijd voor de U 14 en U 16 met diverse Zeeuwse clubs en ook nog de Meidoornloop in Nisse waar potentiële deelnemers voor een 1500 of 3000 meter de voorkeur aan gaven.
De keuze voor een 1500 en een 3000 meter snap ik niet goed. Dat betekent versnippering, want als die nummers direct achter elkaar op het programma staan, is meedoen aan beide afstanden hooguit geschikt als snelle training, maar niet om maximaal te presteren. Nu was er op de 1500 meter een winnende tijd van 4.16.42 minuten. Mooi voor een niet specialist, maar niet opzienbarend. Je staat daarmee ongeveer 175e op de Zeeuwse ranglijst allertijden. De prestatie van de 2e was in verhouding beter: 4.29.51 minuten voor een loper van 52 jaar, maar vroeger top van Nederland op deze afstand met een p.r. van 3.43.95 minuten. De andere 6 deelnemers liepen allemaal boven de 5 minuten.
Op de 3000 meter ook maar 7 atleten aan de start en een matige winnende tijd van 10.28.98 minuten, maar dat was nog een jong mannetje. Het viel me hier weer op dat sommige atleten te snel starten en eigenlijk niet goed weten welke tijd ze per rondje moeten lopen om hun streeftijd te halen.
Ook de 400 en 200 meter werden direct na elkaar gelopen en hier waren wel atleten die aan beide afstanden meededen. Gelukkig hadden zij een korte pauze, omdat er 4 respectievelijk 5 series waren. Twee deelnemers liepen op de 400 meter behoorlijke tijden in de 51 en 52 seconden, maar verder vooral tijden boven de minuut. Op de 100 en 200 meter geen tijden onder de 12 en 24 seconden en als ik de Zeeuwse ranglijsten allertijden bij de U 20 jongens bekijk, waren tijden onder de 11.5 en 22.5 seconden 20 jaar en langer geleden toch redelijk normaal.
Over het polsstokhoogspringen wil ik ook nog wel iets zeggen. Vooral leuk dat debutanten de kans krijgen om het eens te proberen, want dit onderdeel heeft in Zeeland nooit in de belangstelling gestaan. Toch zijn de beste prestaties allertijden bij de jeugd nog aanzienlijk: bij de meisjes diverse atleten boven de 2 meter en bij de jongens zelfs boven de 4 meter.
Op zaterdag werd ik gemaild door een generatiegenoot met de vraag: “Wat vond je van de wedstrijd?” Mijn antwoord was een korte versie van wat hierboven staat, maar per omgaande liet hij weten dat hij het “historisch slecht” vond. Hij ziet net als ik de ontwikkelingen in de huidige atletiek met lede ogen aan. Hij verwijst nog altijd graag naar een avondwedstrijd in Goes op een toen nog stoffige sintelbaan waar 10 Zeeuwse atleten op de 800 meter onder de 2 min doken. Die tijden komen waarschijnlijk niet meer terug.
En zeker niet als we de prestaties van tegenwoordig niet op waarde schatten. De speaker ( die het overigens prima doet elke keer ) kan dan wel tig keer roepen dat er weer een P.R. of S.B. is verwezenlijkt en natuurlijk is dat een eerste aanzet, maar van 15 naar 14 seconden over 100 meter is niet zo moeilijk. Maak eens een vergelijking, zoals ik en mijn generatie dat doen. Misschien voor sommigen demotiverend, maar als niemand het zegt, blijven we op dit bescheiden niveau hangen.
En om af te sluiten. Een dag later was ik bij de Meidoornloop. Hier wel veel deelnemers, maar ook nu ( ik val in herhaling ) weinig kwaliteit. Met mijn p.r. van 55.22 minuten gelopen in 1976 was ik 2e geweest. Toen 36e, want ik was maar een middelmatige hardloper. Foto AV’56: op de volgende Zeeuwse topsprinters moeten we nog een tijdje wachten, vrees ik.
Recente reacties