Blog

WERPNUMMERS KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN

De laatste jaren doe ik regelmatig aan werpnummers mee. Niet dat ik goed ben in kogelstoten, discus – en speerwerpen, maar zo kan ik toch nog eens aan een wedstrijdje meedoen. Ik was dus enthousiast toen ik vernam dat AV’56 op 8 november een zogenaamde werp3kamp organiseert. Op 4 oktober heb ik er al een stukje over geschreven op deze website.

Mijn enthousiasme is echter 1 week voor de wedstrijd behoorlijk gezakt. De belangstelling voor de wedstrijd is weliswaar behoorlijk groot en er zijn eigenlijk nog maar een paar plaatsen beschikbaar. Daar ligt het dus niet aan. Het heeft ook niets te maken met mijn deelname en “prestaties”. Ook het feit dat ik van de organisatie niets meer hoorde over mijn aanbod om premies te geven voor bepaalde prestaties is niet de grootste boosdoener.

Het gaat om de veiligheid bij deze wedstrijd. Op een atletiekbaan is altijd een grasveld zo groot als een voetbalveld. Hier vinden veel technische nummers plaats, waaronder discus – en speerwerpen. Die werptuigen vliegen tientallen meters door de lucht en moeten ergens landen. Ze noemen dat de sector. De sectors van speer en discus overlappen elkaar. Tussen de discusring en de afworp van het speerwerpen is de afstand ongeveer 85 meter. Tegelijk speer – en discuswerpen gaat dus normaal gesproken niet.

Als een speerwerper en een discuswerper op hetzelfde moment ongeveer 45 meter halen, kunnen de werptuigen elkaar raken. Die kans is echter minder dan 0,1%, maar in het veld staan juryleden om te kijken waar de speer of discus landt. En die mensen lopen dus wel gevaar. Zeker als je jurylid bent bij discus en een speer niet ziet aankomen of omgekeerd. Daarom worden die nummers nooit op dezelfde tijd gehouden.

Toen ik het voorlopige tijdschema voor deze wedstrijd zag, ontdekte ik dat ze dat bij meerdere categorieën wel hebben gedaan. Toen ik de organisatie daar op attent maakte, kreeg ik als antwoord dat het zo’n vaart niet zou lopen met de huidige prestaties. Op een dergelijke wedstrijd komen echter ook atleten van buiten onze regio af en zij werpen wel behoorlijke afstanden. Bij de U16 jongens staan discus – en speerwerpers ingeschreven van rond de 45 meter. Ook bij de U14 jongens en meisjes vliegen speer en discus ergens tussen de 35 en 45 meter ver. En die nummers staan op hetzelfde tijdstip geprogrammeerd. Net zoals de groepen masters en daar tegenover U18 – U20 – senioren elkaar op hetzelfde tijdstip gaan bestoken met worpen van 50 en 45 meter.

Ik heb nogmaals de organisatie op dit gevaar gewezen met bovenstaande voorbeelden, maar tot heden geen reactie. Normaal gesproken moet een wedstrijdleider zijn goedkeuring geven aan een chronologisch overzicht van de wedstrijd, maar in de praktijk is dat dikwijls een verlengstuk van de organisatie en zij grijpen zelden in. Dit houdt me al een tijd bezig en het ergste is het gevoel dat ik niet serieus genomen wordt. Niet met mijn advies en ook niet met mijn voorstel.

Maar goed de wedstrijd is op 8 november en pas na het sluiten van de  inschrijving wordt het definitieve tijdschema gemaakt. Eerder deze maand schreef ik een verhaal over het organiseren van wedstrijden. Volgens mij wordt de organisatie van een werp3kamp onderschat. Als 20 tot 25 deelnemers per onderdeel 3 worpen krijgen en ook nog moeten inwerpen kost dat tijd. Dan moet je voor een dergelijke wedstijd ook voldoende tijd uittrekken en niet denken dat je alles in 3 uur kunt afwerken.

Tot slot eindig ik met misschien een oplossing: Met de huidige inschrijving kun je de U 18 – U 20 – Sen samenvoegen met de Masters. Je hebt dan 24 atleten. Om precies te zijn 11 vrouwen en 13 mannen. Als er bij meer dan 15 deelnemers te veel tijd zit tussen de worpen, kun je er voor kiezen om eerst de vrouwen hun 3 worpen te laten afwerken en daarna de mannen. Dat geldt trouwens ook voor de groepen U 14 en U 16 met beide 20 deelnemers.

De eenvoudigste oplossing om te voorkomen dat het gevaarlijk wordt en het toch niet te lang duurt: Laat alle groepen eerst kogelstoten en discuswerpen. Bij kogelstoten alle vrouwen op bak 1 en alle mannen op bak 2 in de volgorde U14 – U16 – U18+. Eerst de U14 3 pogingen, dan de U16 enz. De U 18 + kan dan beginnen met discuswerpen. Als een groep klaar is gaan ze naar het andere onderdeel. Pas met speerwerpen beginnen als iedereen klaar is met discus. En dan bij speer weer eerst U 14 enz. Foto AV’56: veilig jureren hoort ook bij een wedstrijd.